Bij wijze van spreken

Herman Finkers, Sanne Hans, Typhoon, maar ook Winston Churchill, Elvis Presley, Marilyn Monroe en Rowan Atkinson zijn mensen die allemaal wel iets te vertellen hebben (gehad). De Bijbelse Mozes wordt vaak ook in dit rijtje genoemd. Want wat deze grootheden namelijk ook gemeen hebben, is dat het allemaal stotteraars zijn.

Een stotteraar… het doet me denken aan een les die ik vorig weekend meekreeg in gesprek met de welbespraakte Arie Slob uit Noordeloos. Die (s)preekt niet over doven of verstandelijk gehandicapten, maar over ménsen die doof zijn, ménsen die verstandelijk gehandicapt zijn. Ongetwijfeld zou hij ook zeggen: dat is geen stotteraar, maar een méns die stottert. De persoon is namelijk zoveel meer dan alleen dat ene uitgelichte aspect.

Neem de personen die ik aan het begin noemde… Was stotteren, dus de manier waarop zij iets vertelden, uw eerste associatie? Of wat zij te vertellen hebben (gehad)?

In Nederland zijn er volgens een aantal websites zo’n 170.000 Personen Die Stotteren. Maar ja, hoe tel je die? Dat is net zo lastig als het inschatten van hoeveel dove gebarentaalgebruikers er zijn. Ik zeg bewust dove gebarentaalgebruikers, want gebaren is niet alleen voorbehouden aan doven en slechthorenden. Het maken van (gesproken Nederlands met) gebaren wordt ook veel gebruikt bij mensen voor wie spreken op de een of andere manier niet logisch of mogelijk is. Bijvoorbeeld door mensen die autisme of een verstandelijke beperking hebben, of door kinderen met een Taal Ontwikkelings- Stoornis.

Ik ben bijzonder benieuwd wat het gebruik van gebaren (tijdens het spreken) zou doen bij personen die ernstig stotteren. Tegelijk… zet het me ook aan het denken. Ik krijg het bijna m’n strot niet uit; maar de norm is klaarblijkelijk, ‘vloeiend kunnen spreken’, en dus moeten mensen die dat niet kunnen zich dan maar aanpassen aan de dominante meerderheid? Wie zich aangesproken voelt mag re-re-reageren!