Baantjes

Tolken voor bijvoorbeeld het journaal blijft een uitdagend baantje. Zowel de informatie-dichtheid, vocabulair als het spreektempo is op hoog niveau. Daarbij: achter dat ene oog van de camera gaan nogal wat kijkers schuil. Stel je een volle Kuip voor, vermenigvuldig dat aantal mensen met een keer of 24. Zoveel kijkers heeft het journaal.

Gelukkig krijg ik van visagiste Jennifer een beschermlaagje opgesmeerd. Het klinkt gek, maar volgens mij komt er ook een beetje zelfvertrouwen uit haar verfdoos. Thuis zien ze niet alles. Zo sta ik maar half in beeld. En dat werkt net zo beschermerd als een catheder voor een spreker. De redactie, techniek en regie zijn steunend. In m’n eentje voor de camera realiseer ik me dat ik er niet alleen voor sta. Wel voelt het nog steeds alsof ik in het diepe wordt gegooid. Beheerst haal ik adem om het hoofd boven water te houden. Astrid fluistert me nog snel de laatste wijzigingen door; er komt een kruisgesprek over een bommetje. Twee seconden voor tijd roept eindregisseur Ellen motiverend: “Basje: smile !-) Give them heaven!” Terwijl ik de begintune hoor, denk ik poserend glimlachend plots aan Els. Dé badjuffrouw van het Caribabad. Ik geniet van de schwung waarmee zij ‘haar’ kinderen vertrouwd maakt met het water. Ze leert hen hartelijk en resoluut meer dan zwemmen alleen. Ze werkt zich drie slagen in de rondte, doceert en doseert. Alles in de gaten houdend kent ze ieder kind. Niet alleen bij naam. Net zoals een gebarentolk beeldt ze alles uit. Maar: Geen schminklaag, monitor of autocue. Niet half in beeld maar in een niets -verhullend badpak. Haar moederlijke publiek –inclusief commentatoren- is ter plaatse.

In de kleedkamer klinkt het bevestigend. “Ze heeft vroeger denk ik héél goed opgelet met zwemmen,…anders kon ze het nooit aan ons leren, he papa?!