Stemmen!

Uit allerlei onderzoeken blijkt dat hoe wij overkomen op iemand anders voor minder dan 10 procent wordt bepaald door de woorden zelf. De rest wordt voornamelijk bepaald door lichaamstaal: hóe we iets zeggen.

Zeker bij mensen die we goed kennen kunnen we de stem uitstekend lezen. Aan de manier waarop je partner de telefoon opneemt, kun je soms al horen hoe het met hem/haar gaat.
Maar stel; je hebt iemand voor t eerst aan de telefoon. Natuurlijk luister je dan naar de woordelijke inhoud, maar je zult vooral conclusies trekken uit de toon, intonatie, het tempo, dialect, etc. Vliegensvlug (en vaak onbewust) vorm je een beeld van wie je aan de lijn hebt. Een man of vrouw, oud of jong, iemand die actief zit of onderuit hangt, glimlacht, betrouwbaar of sympathiek overkomt enzovoorts. Allemaal interpretatie op basis van stem.

Je stem is helemaal uniek; jouw stem reflecteert jou.
Je lichaamsbouw en de manier waarop je je spraakorgaan aanstuurt bepaalt het timbre van je stem.
Voorts geef je met articulatie, volume, tempo, hoogte en klemtonen een soort expressie aan je stem. Meestal is dit alles onbewust; een gevolg van je lichaamshouding en gezichtsuitdrukkingen. Deze laatste twee zijn weer een gevolg van je gedachten en emoties.

Stel dat je naar een belangrijke afspraak gaat. Bijvoorbeeld naar een debat, omdat je minister president wilt worden! U trok uw beste pak aan. Poetste uw tanden, kamde uw haren, oefende en overdacht alvast wat u (wel/niet) wilde gaan zeggen. Maar bedacht u zich ook, hoe u uw stem zou inzetten? Waarschijnlijk niet. En dat is jammer, zegt beïnvloedingsdeskundige Pacelle van Goethem. Ze is spraak-, taal- en stempatholoog en coacht oa politici. ‘Wát je zegt is veel minder belangrijk dan hóé je het zegt.’ Ze wijst naar mijn das en zegt op zeer cynische toon: ‘Wat een by-zon-dere das.’ ‘Hoor je?,’ lacht ze, ‘nu doet de inhoud er eigenlijk al niet meer toe.’

Stemmen dus!
Mijn stem heb je (niet).