Reisgenoten

Zo hartverwarmend en betrokken als hij voor velen een vriend en vaderfiguur was, zo ijskoud werd ik van zijn plotselinge overlijden. Hij die in wijsheid, (of in humor) overal wel een antwoord op had, liet ons nu met vele vragen achter.

Omdat ik veel op uitvaarten tolk, gaat het gesprek de laatste tijd regelmatig over de dood. Niet omdat ik dat zo graag wil, maar omdat men het fascinerend en interessant vindt. Maar deze week was alles anders. Ik vond er niks fascinerends aan. Henkie, where did you go?
Wel viel me wederom op hoe het een kunst is dat ieders focus bij de overledene en diens directe nabestaanden blijft liggen. Hoewel vast goed bedoeld, t’ is puur mijn eigen perceptie, maar wat kunnen sommige mensen zelfs dan nog overdadig bezig zijn met zichzelf!
Tegelijk; Hoe enorm troostrijk is het dan wanneer bijvoorbeeld iemand belangeloos aanbiedt om een week in je huis als gastvrouw te verblijven. Tot steun te zijn. Hoe je ook op een mooie manier ontdekt wat ware vriendschappen zijn. Ik werd er stil van.
En met dit dubbele gevoel, het verse verlies nog in mn vezels, stond ik een aantal dagen later in Budapest bij de expositie van de Titanic. Ook daar de dubbelheid; klasse-verschil, maar ook het verschil dat de een zich daadwerkelijk meer voelt dan een ander.

Ik las: De katholieke priester Thomas Byles nam op het laatst nog de biecht af en vroeg om vergeving van zonden voor meer dan 100 passagiers. Hijzelf overleefde de ramp niet.

Daar waar de een kostte wat het kostte vocht om een plek in de reddingsboot te bemachtigen, stond de ander zijn plaatsje af. “Vrouwen en kinderen eerst”. Mrs Straus weigerde echter los van haar echtgenoot in het bootje te stappen: “We have lived together for many years. Where you go, I go”.

Ondertussen speelde het orkest door tot het bittere eind. Hun laatste lied was: Nearer my God to thee